Diagnostiek
Als nog niet duidelijk is om welke aandoening het gaat, volgt u doorgaans de volgende procedure:
- U begint met het afnemen van een anamnese. Hierin worden allerlei vragen gesteld over de klachten, de gevolgen er van etc. Een voorbeeld van een dergelijke anamnese, in dit geval naar darmklachten, vindt u onder tab VETO.
- Doorgaans vindt bij PMS-klachten geen verder lichamelijk- of hormoononderzoek plaats, aangezien daarvan geen afwijkingen zijn te verwachten.
- U kan natuurlijk wel nader (lichamelijk) onderzoek doen om andere aandoeningen vast te stellen dan wel juist uit te sluiten.
Zodra de verdenking op PMS valt, kunt u het volgende doen:
- U gaat nauwkeurig na wanneer de klachten optreden om te weten te komen of uw patient echt last heeft van PMS.
- Veel vrouwen vinden het moeilijk om aan te geven wanneer ze nu precies last van welke klacht hebben. Daarom kunt u een soort maandkalenderkaart meegeven. Daarop kan de patient bijhouden op welke dagen zij last heeft van een bepaalde klacht.
- Nadat uw patient tenminste twee maanden steeds van het begin van de menstruatie tot het begin van de volgende menstruatie deze kaart heeft ingevuld, is het zinvol er samen naar te kijken. Zo wordt zichtbaar of er werkelijk sprake is van PMS en kunt u de patient meer inzicht geven in haar klachten.
Ga verder met: de behandeling van PMS